Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. rubriek:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rubriek (Nederlands) in het Engels

rubriek:

rubriek [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de rubriek
    the section; the feature
    • section [the ~] zelfstandig naamwoord
    • feature [the ~] zelfstandig naamwoord
    the column
    – an article giving opinions or perspectives 1
    • column [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rubriek:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
column rubriek artikel; hoekpilaar; hoekzuil; kolom; kolom tekst op een pagina; paginagedeelte; pijler; pilaar; sokkel; stuk; voetstuk; zuilvoet
feature rubriek eigenschap; functie; gelaatstrek; karaktereigenschap; karakterisering; karakteristiek; karaktertrek; karaktertrekje; kenmerk; stigma; trekje; typering
section rubriek aandeel; afdeling; basisbestanddeel; bestanddeel; brigade; brokje; component; deel; departement; detachement; doorsnede; doorsnee; eindje; element; fractie; fragmentje; gedeelte; ingrediënt; klein stukje; onderdeel; part; partje; presentatiesectie; profiel; profielstaal; sectie; segment; snijding; snippertje; stuk; stukje; tak

Verwante woorden van "rubriek":

  • rubrieken, rubriekje, rubriekjes

Wiktionary: rubriek


Cross Translation:
FromToVia
rubriek rubric RubrikAbschnitt, Kategorie, in die man etwas einteilt
rubriek column; category; heading; rubric rubrique — (histoire) médecine|fr terre rouge dont les chirurgiens se servaient autrefois pour étancher le sang et pour faire des emplâtres siccatifs.