Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bungle
|
knoeiboel; rommel; troep; warboel; warhoop; warwinkel; zootje
|
broddelwerk; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; prutswerk
|
bungling
|
knoeiboel; rommel; troep; warboel; warhoop; warwinkel; zootje
|
broddelwerk; gebroddel; gehannes; gehaspel; geklungel; geknoei; gemier; gemodder; gemors; gestuntel; gezeur; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; prutswerk
|
chaos
|
bende; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; troep; zooi; zootje
|
beestenboel; chaos; heksenketel; keet; puinhoop; regelloosheid; soepzootje; wanorde; wanordelijkheid; wirwar; zooitje; zootje
|
confused heap
|
knoeiboel; rommel; troep; warboel; warhoop; warwinkel; zootje
|
|
debris
|
bende; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; troep; zooi; zootje
|
|
garbage
|
afval; drek; grofvuil; huisafval; huisvuil; rommel; voddengoed; vuilnis; vullis
|
|
heap
|
knoeiboel; rommel; troep; warboel; warhoop; warwinkel; zootje
|
aardig wat; accumulatie; bende; berg; drom; grote hoeveelheid; heap; hoop; horde; kluit; massa; menigte; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; opstapeling; overvloed; schare; stapel
|
household refuse
|
afval; drek; grofvuil; huisafval; huisvuil; rommel; voddengoed; vuilnis; vullis
|
|
jumble
|
knoeiboel; rommel; troep; warboel; warhoop; warwinkel; zootje
|
afdankertjes; allegaartje; mengelmoes; potpourri; samenraapsel
|
junk
|
junk; prullaria; rommel
|
clichékunst; jonk; kitsch; ongewenste e-mail; prullaria
|
mess
|
bende; knoeiboel; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; troep; warboel; warhoop; warwinkel; zooi; zootje
|
bedrog; bende; berg; bocht; chaos; geklieder; heisa; heksenketel; hoop; keet; kliederboel; kliederen; knoeierij; nep; opeenhoping; oplichterij; puinhoop; regelloosheid; rompslomp; rotzooi; smeerboel; smerig spul; soepzootje; toestand; troep; veel gedoe; wanorde; wanordelijkheid; zootje; zwendelarij
|
muddle
|
knoeiboel; rommel; troep; warboel; warhoop; warwinkel; zootje
|
bende; berg; chaos; heksenketel; hoop; keet; opeenhoping; puinhoop; regelloosheid; soepzootje; wanorde; wanordelijkheid; wirwar; zootje
|
rubbish
|
afval; drek; grofvuil; huisafval; huisvuil; rommel; voddengoed; vuilnis; vullis
|
achterlijkheid; afval; bocht; gebazel; geklets; geleuter; gelul; gewauwel; gezwam; gezwets; humbug; idioterie; klets; kletspraat; krankzinnigheid; kul; larie; leuterpraat; nonsens; onzin; quatsch; rotzooi; slechte drank; smerig spul; troep; vuilnis; waanzin; zotteklap
|
trash
|
afval; drek; grofvuil; huisafval; huisvuil; junk; prullaria; rommel; voddengoed; vuilnis; vullis
|
bocht; clichékunst; kitsch; prullaria; rotzooi; slechte drank; smerig spul; troep; uitvaagsel
|
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bungle
|
|
aanklooien; broddelen; haspelen; klooien; klungelen; klunzen; knoeien; prutsen; rotzooien; stuntelen; tot een warboel maken; verprutsen; verwarren
|
heap
|
|
bestormen; overstelpen
|
mess
|
|
aanklooien; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; kladden; klooien; knoeien; morsen; rotzooien; verdoen; verspillen; vlekken
|
muddle
|
|
aanmodderen; modderen; prutsen; rommelen
|
trash
|
|
'n aframmeling geven; aframmelen; afrossen; in elkaar rammen; in elkaar timmeren
|
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bungling
|
|
klungelig; stumperig
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
rubbish
|
|
iets dat waardeloos is; snert
|