Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. rijwiel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rijwiel (Nederlands) in het Engels

rijwiel:

rijwiel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het rijwiel (fiets)
    the bicycle; the bike
    – a wheeled vehicle that has two wheels and is moved by foot pedals 1
    • bicycle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bike [the ~] zelfstandig naamwoord
    the cycle; the two-wheeler
    the push-bike
    – a bicycle that must be pedaled 1
  2. het rijwiel (fiets)
    the cycle; the bike; the wheel; the bicycle
    – a wheeled vehicle that has two wheels and is moved by foot pedals 1
    • cycle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bike [the ~] zelfstandig naamwoord
    • wheel [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bicycle [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rijwiel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bicycle fiets; rijwiel tweewieler
bike fiets; rijwiel motor; motorfiets; tweewieler
cycle fiets; rijwiel cyclus; kringloop; tijdkring; tweewieler
push-bike fiets; rijwiel loopfiets; tweewieler
two-wheeler fiets; rijwiel tweewieler
wheel fiets; rijwiel molenrad; rad; scheprad; stuur; stuurrad; stuurwiel; waterrad; wiel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bicycle fietsen
bike fietsen
cycle fietsen
wheel fietsen; karren; kruien

Verwante woorden van "rijwiel":

  • rijwielen

Wiktionary: rijwiel

rijwiel
noun
  1. -
  2. vehicle

Cross Translation:
FromToVia
rijwiel bicycle; bike Fahrrad — meist zweirädriges, von Menschenkraft angetriebenes Fahrzeug
rijwiel bicycle; bike Velo — schweiz.|: meist zweirädriges, von Menschenkraft angetriebenes Fahrzeug
rijwiel bicycle; bike bicyclettevéhicule munir de deux roues, propulsé à la seule force des muscles à l’aide d’un pédalier relié à la roue arrière au moyen d’une chaîne.
rijwiel bicycle; bike; cycle; machine; box bécane — (familier, fr) bicyclette ; vélo.