Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. richting:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor richting:
    • toward


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor richting (Nederlands) in het Engels

richting:

richting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de richting (koers)
    the course; the direction
    • course [the ~] zelfstandig naamwoord
    • direction [the ~] zelfstandig naamwoord

richting [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de richting (aansturing)
    the direction
    – the spatial relation between something and the course along which it points or moves 1
    • direction [the ~] zelfstandig naamwoord
      • he checked the direction and velocity of the wind1
    the heading
    – the direction or path along which something moves or along which it lies 1
    • heading [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor richting:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
course koers; richting baan; beloop; cursus; cursusprogramma; diner; eten; gerecht; handelwijze; koers; kursus; leergang; leerprogramma; les; lesprogramma; lesuur; maal; maaltijd; manier; methode; onderricht; onderrichting; onderwijs; onderwijsprogramma; parcours; procedure; route; schotel; studie; trant; wijs; wijze
direction aansturing; koers; richting beheer; bestuur; directie; koers; leiding; regie; route
heading aansturing; richting hoofden; koppen; opschrift; titel
- koers
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
course voortvloeien uit
head for aanhouden op; aansturen; aansturen op; aflopen; afstevenen; afstevenen op; afstomen op; afvaren op; koers zetten naar; stevenen; vervoegen; zich begeven naar
make for aanhouden op; aanpassen; aansturen op; aflopen; afstevenen op; afstomen op; afvaren op; bedoelen; beogen; geschikt maken; koers zetten naar; stevenen; ten doel hebben; vervoegen; zich begeven naar
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
course verloop

Verwante woorden van "richting":

  • richtingen

Synoniemen voor "richting":


Verwante definities voor "richting":

  1. de kant waar het heen gaat2
    • in welke richting is hij verdwenen?2
  2. geheel van ideeën en opvattingen2
    • binnen deze kerk bestaan verschillende richtingen2

Wiktionary: richting

richting
preposition
  1. de kant op van
richting
noun
  1. direction, path
  2. indication of the point toward which an object is moving
  3. position relative to compass bearings

Cross Translation:
FromToVia
richting direction Richtung — Position, Wirkungs- oder Bewegungsziel eines Gegenstandes oder, übertragen, einer Handlung
richting way; direction sens — Orientation
richting tendency; bias; slant; thrust; trend; affection; mainstream tendance — Action, force par laquelle un corps tend à se mouvoir d’un côté.

Verwante vertalingen van richting