Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- rendabel:
-
Wiktionary:
- rendabel → advantageous, superior, lucrative, moneymaking, profitable, curious, interesting, quaint
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor rendabel (Nederlands) in het Engels
rendabel:
-
rendabel (winstgevend; lucratief; lonend; vruchtbaar; produktief; voordelig; profijtelijk)
profitable; advantageous; valuable; lucrative; rewarding; to advantage-
profitable bijvoeglijk naamwoord
-
advantageous bijvoeglijk naamwoord
-
valuable bijvoeglijk naamwoord
-
lucrative bijvoeglijk naamwoord
-
rewarding bijvoeglijk naamwoord
-
to advantage bijwoord
-
Vertaal Matrix voor rendabel:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
advantageous | lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend | bevorderlijk; dienstig; gunstig; positief; tot nut |
lucrative | lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend | |
profitable | lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend | |
rewarding | lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend | |
valuable | lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend | kostbaar; verdienstelijk; waardevol |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
to advantage | lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend |
Verwante woorden van "rendabel":
Wiktionary: rendabel
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• rendabel | → advantageous; superior; lucrative; moneymaking; profitable | ↔ avantageux — Qui apporte, qui produit de l’avantage. |
• rendabel | → lucrative; moneymaking; profitable; curious; interesting; quaint | ↔ intéressant — Qui intéresser ; qui suscite l’intérêt. |