Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- relatief:
-
Wiktionary:
- relatief → relative
- relatief → comparatively, relatively
- relatief → in relation, concerning, relative
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor relatief (Nederlands) in het Engels
relatief:
-
relatief (betrekkelijk)
relatively; relative; comparative; fairly; moderately; paradigmatic; fair-
relatively bijwoord
-
relative bijvoeglijk naamwoord
-
comparative bijvoeglijk naamwoord
-
fairly bijwoord
-
moderately bijwoord
-
paradigmatic bijvoeglijk naamwoord
-
fair bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor relatief:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fair | kermis; kermisterrein | |
relative | bloedverwant; familielid | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
comparative | betrekkelijk; relatief | vergelijkend |
paradigmatic | betrekkelijk; relatief | persoonlijk; subjectief |
relative | betrekkelijk; relatief | desbetreffend; het relevante wetsartikel |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fairly | betrekkelijk; relatief | behoorlijk; nogal; redelijk; tamelijk |
moderately | betrekkelijk; relatief | |
relatively | betrekkelijk; relatief | navenant; vergelijkend |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fair | betrekkelijk; relatief | behoorlijke; billijk; blond; deugdzaam; eerlijk; eerzaam; fair; fideel; geschikt; goudblond; onbewimpeld; onomwonden; onverholen; open; openhartig; oprecht; rechtschapen; redelijk; redelijke; rondborstig; ronduit; schappelijk; tamelijke; trouwhartig; vrij; vrijelijk; vrijuit; zedig |
Wiktionary: relatief
relatief
Cross Translation:
adjective
relatief
-
betrekkelijk
- relatief → relative
adverb
-
in a comparative manner
-
proportionally
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• relatief | → in relation; concerning; relative | ↔ relatif — relatif à la relation |