Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor reepjes (Nederlands) in het Engels
reepjes:
-
reepjes
Vertaal Matrix voor reepjes:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fingers | reepjes | |
slivers | reepjes | knipsels; snippers; spaanders |
strips | reepjes |
Verwante woorden van "reepjes":
reepjes vorm van reepje:
Vertaal Matrix voor reepje:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
strip | reepje | band; banderol; strook |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
strip | beroven; bloot leggen; ontbloten; ontdoen; ontdoen van; ontvellen; strippen; stropen; uitbuiten; uitplunderen; uitschudden |
Verwante woorden van "reepje":
reep:
-
de reep (reep chocolade; staaf; tablet; pastille; plak)
-
de reep (chocoladereep; chocolade)
the bar of chocolate
Vertaal Matrix voor reep:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bar | pastille; plak; reep; reep chocolade; staaf; tablet | bar; baton; buffet; café; coffeeshop; drankbuffet; dwarsbalk; dwarshout; gelagkamer; hindernis; hinderpaal; kroeg; kruishout; lokaliteit; ritshout; roadblock; spijl; spon; staaf; staf; stang; stijl; stok; tap; tapkast; tapperij; taveerne; toog; tralie; versperring |
bar of chocolate | chocolade; chocoladereep; pastille; plak; reep; reep chocolade; staaf; tablet | |
tablet | pastille; plak; reep; reep chocolade; staaf; tablet | pilletje; tablet |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bar | afgrendelen; afschermen; barricaderen; traliën; versperren |
Verwante woorden van "reep":
Wiktionary: reep
reep
Cross Translation:
noun
reep
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• reep | → strip; band; tape; binding; blindfold; streamer | ↔ bandeau — bande qui sert à ceindre le front et la tête. |
• reep | → stripe; ray; part; stingray; skate; strip; streak; stroke; dash | ↔ raie — ligne tracer sur une surface. |
• reep | → ray; stripe | ↔ rayure — Bande d’une certaine largeur contrastant par rapport au fond. |
• reep | → shank; stick; rod | ↔ tringle — verge métallique, en plastique ou en bois, menue, ronde et longue, servir à soutenir un rideau, une draperie, etc. |