Nederlands
Uitgebreide vertaling voor rebellerend (Nederlands) in het Engels
rebellerend:
-
rebellerend
revolting; recalcitrant; obstinate-
revolting bijvoeglijk naamwoord
-
recalcitrant bijvoeglijk naamwoord
-
obstinate bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor rebellerend:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| recalcitrant | weigeraar | |
| Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| obstinate | rebellerend | bokkig; dwars; eigengereid; eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; koppig; obstinaat; onbuigzaam; onverzettelijk; onwillig; onwrikbaar; recalcitrant; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai; tegendraads; weerbarstig; weerspannig |
| recalcitrant | rebellerend | bokkig; dwars; haatdragend; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; opstandig; recalcitrant; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai; verbeten; weerbarstig; weerspannig |
| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| revolting | rebellerend | afschuwelijk; afstotelijk; afstotelijk voor zintuigen; afstotend; afstotend voor zintuigen; goor; lelijk; misselijkmakend; onverkwikkelijk; ranzig; smerig; stuitend; vies; walgelijk; weerzinwekkend |
rebellerend vorm van rebelleren:
-
rebelleren (in opstand komen)
Conjugations for rebelleren:
o.t.t.
- rebelleer
- rebelleert
- rebelleert
- rebelleren
- rebelleren
- rebelleren
o.v.t.
- rebelleerde
- rebelleerde
- rebelleerde
- rebelleerden
- rebelleerden
- rebelleerden
v.t.t.
- heb gerebelleerd
- hebt gerebelleerd
- heeft gerebelleerd
- hebben gerebelleerd
- hebben gerebelleerd
- hebben gerebelleerd
v.v.t.
- had gerebelleerd
- had gerebelleerd
- had gerebelleerd
- hadden gerebelleerd
- hadden gerebelleerd
- hadden gerebelleerd
o.t.t.t.
- zal rebelleren
- zult rebelleren
- zal rebelleren
- zullen rebelleren
- zullen rebelleren
- zullen rebelleren
o.v.t.t.
- zou rebelleren
- zou rebelleren
- zou rebelleren
- zouden rebelleren
- zouden rebelleren
- zouden rebelleren
diversen
- rebelleer!
- rebelleert!
- gerebelleerd
- rebellerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor rebelleren:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| rebel | muiter; opstandeling; opstandelinge; rebel; rebelle | |
| revolt | oploop; oproer; opstand; opstootje; rebellie; rel; tegenstand; verzet; volksoproer; volksopstand; vuistgevecht; weerstand | |
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| mutiny | in opstand komen; rebelleren | muiten; scheepsoproer maken |
| rebel | in opstand komen; rebelleren | muiten; scheepsoproer maken |
| revolt | in opstand komen; rebelleren | |
| stand up | in opstand komen; rebelleren | gaan staan; omhoogrijzen; opstaan; rijzen; staan |
Wiktionary: rebelleren
rebelleren
verb
-
to resist or become defiant towards
-
to rebel