Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. razzia:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor razzia (Nederlands) in het Engels

razzia:

razzia [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de razzia (klopjacht)
    the raid; the swoop; the round-up
    • raid [the ~] zelfstandig naamwoord
    • swoop [the ~] zelfstandig naamwoord
    • round-up [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor razzia:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
raid klopjacht; razzia aanval; attaque; bestorming; inval; invasie; offensief; overval; rooftocht; run; stormaanval; stormloop; strooptocht
round-up klopjacht; razzia
swoop klopjacht; razzia
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
raid aanvallen; attaqueren; belegeren; bestormen; leegplunderen; overvallen; plunderen; roven; uitplunderen

Wiktionary: razzia

razzia
noun
  1. (slang) act of arresting someone for a crime, or raiding a suspected criminal operation

Cross Translation:
FromToVia
razzia ghazwa; razzia Razziaveraltet: militärischer Streifzug (auf feindlichem Gebiet), begrenzte offensive Militäroperation; unerwarteter Angriff; räuberische Unternehmung
razzia bust; swoop; raid Razzia — übertr.|: zumeist von der Polizei, den Ordnungsbehörden oder von anderen Sicherheitskräften (im großen Stil geplante) unangekündigte, lokal begrenzte Fahndungsaktion nach verdächtigen Personen