Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. range:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor range (Nederlands) in het Engels

range:

range [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de range (reikwijdte; bereik; verspreidingsgebied; draagwijdte)
    the range; the reach
    • range [the ~] zelfstandig naamwoord
    • reach [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor range:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
range bereik; draagwijdte; range; reikwijdte; verspreidingsgebied bandbreedte; bereik; blikveld; gezichtskring; gezichtsveld; schietterrein; schootsafstand; vliegbereik
reach bereik; draagwijdte; range; reikwijdte; verspreidingsgebied afstand; baan; baanvak; bandbreedte; bereik; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
range afwisselen; rangordenen; rangschikken; scharen; uiteenlopen; variëren; veranderen; verschillen; wisselen
reach bereiken; doordringen; graaien; grijpen; grissen; jatten; komen tot; penetreren in; pikken; reiken; snaaien; wegkapen

Verwante woorden van "range":

  • ranges