Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ramadan:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ramadan (Nederlands) in het Engels

ramadan:

ramadan [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de ramadan
    the Ramadan
    • Ramadan [the ~] zelfstandig naamwoord
    the Lent
    – a period of 40 weekdays from Ash Wednesday to Holy Saturday 1
    • Lent [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ramadan:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Lent ramadan vastentijd
Ramadan ramadan vastentijd

Wiktionary: ramadan

ramadan
noun
  1. de negende maand van het islamitische jaar, waarin men vast (d.w.z. zich onthoudt van voedsel, drinken, roken en seksueel genot) van zonsopgang tot zonsondergang
ramadan
proper noun
  1. holy ninth month of Islamic lunar calendar

Cross Translation:
FromToVia
ramadan Ramadan ramadan — Neuvième mois du calendrier musulman, que les fidèles consacrer à un jeûne de l’aube à la tombée de la nuit.