Nederlands

Uitgebreide vertaling voor railing (Nederlands) in het Engels

railing:

railing [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. railing (balustrade; leuning)
    the banisters; the guard-rail; the hand-rail; the parapet; the arm rest; the rail; the hand support
  2. railing (wegmarkering; verkeersstrepen; kilometerpaaltjes; wegbebakening)
    the road marking; the traffic stripes; the traffic signs; the road signs; the road signing

Vertaal Matrix voor railing:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arm rest balustrade; leuning; railing
banisters balustrade; leuning; railing handsteun; leuning; trapleuning; trapleuningen
guard-rail balustrade; leuning; railing
hand support balustrade; leuning; railing
hand-rail balustrade; leuning; railing
parapet balustrade; leuning; railing borstwering
rail balustrade; leuning; railing schans; verschansing
road marking kilometerpaaltjes; railing; verkeersstrepen; wegbebakening; wegmarkering
road signing kilometerpaaltjes; railing; verkeersstrepen; wegbebakening; wegmarkering
road signs kilometerpaaltjes; railing; verkeersstrepen; wegbebakening; wegmarkering
traffic signs kilometerpaaltjes; railing; verkeersstrepen; wegbebakening; wegmarkering bebakening
traffic stripes kilometerpaaltjes; railing; verkeersstrepen; wegbebakening; wegmarkering