Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. pureren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pureren (Nederlands) in het Engels

pureren:

pureren werkwoord (pureer, pureert, pureerde, pureerden, gepureerd)

  1. pureren
    to mash
    • mash werkwoord (mashes, mashed, mashing)

Conjugations for pureren:

o.t.t.
  1. pureer
  2. pureert
  3. pureert
  4. pureren
  5. pureren
  6. pureren
o.v.t.
  1. pureerde
  2. pureerde
  3. pureerde
  4. pureerden
  5. pureerden
  6. pureerden
v.t.t.
  1. heb gepureerd
  2. hebt gepureerd
  3. heeft gepureerd
  4. hebben gepureerd
  5. hebben gepureerd
  6. hebben gepureerd
v.v.t.
  1. had gepureerd
  2. had gepureerd
  3. had gepureerd
  4. hadden gepureerd
  5. hadden gepureerd
  6. hadden gepureerd
o.t.t.t.
  1. zal pureren
  2. zult pureren
  3. zal pureren
  4. zullen pureren
  5. zullen pureren
  6. zullen pureren
o.v.t.t.
  1. zou pureren
  2. zou pureren
  3. zou pureren
  4. zouden pureren
  5. zouden pureren
  6. zouden pureren
en verder
  1. is gepureerd
  2. zijn gepureerd
diversen
  1. pureer!
  2. pureert!
  3. gepureerd
  4. purerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor pureren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mash hachee; mengvoer; prak
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mash pureren