Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. producer:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor producer (Nederlands) in het Engels

producer:

producer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de producer (producent)
    the producer
    • producer [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor producer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
producer producent; producer auteur; fabrikant; maker; producent; schepper; vervaardiger; voortbrenger

Verwante woorden van "producer":


Wiktionary: producer

producer
noun
  1. in arts