Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. printers:
  2. printer:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor printers (Nederlands) in het Engels

printers:

printers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de printers
    the printers
    • printers [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor printers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
printers printers boekdrukkers; drukkers

Verwante woorden van "printers":


printer:

printer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de printer
    the printer
    • printer [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de printer
    the printer; the print device
    – A device that puts text or images on paper or other print media. 1

Vertaal Matrix voor printer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
print device printer
printer printer

Verwante woorden van "printer":


Verwante definities voor "printer":

  1. apparaat waarmee je computergegevens op papier afdrukt2
    • de brief kwam uit de printer2

Wiktionary: printer

printer
noun
  1. toestel om gegevens af te drukken onder andere op papier.
printer
noun
  1. machine used to print text or images

Cross Translation:
FromToVia
printer printer imprimante — Périphérique informatique à imprimer sur du papier