Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. prater:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor prater (Nederlands) in het Engels

prater:

prater [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de prater (keuvelaar; babbelaar; kouter; theetante; klapekster)
    the talkative person; the talker; the chatterbox

Vertaal Matrix voor prater:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chatterbox babbelaar; keuvelaar; klapekster; kouter; prater; theetante babbelaar; babbelaarster; klep; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kletstante; kwebbel; leuteraar; leuteraarster; leuterkous; zwammer; zwetser
talkative person babbelaar; keuvelaar; klapekster; kouter; prater; theetante
talker babbelaar; keuvelaar; klapekster; kouter; prater; theetante

Verwante woorden van "prater":

  • praters, pratertje, pratertjes

Wiktionary: prater

prater
noun
  1. iemand die (veel) praat