Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. prak:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor prak (Nederlands) in het Engels

prak:

prak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de prak (hachee)
    the hash; the mash
    • hash [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mash [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor prak:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hash hachee; prak Message Digest; haschisch; hash; hash-code; hasj; hasjiesj; hennep; kiev; ragout; soepzootje; stuff; wiet
mash hachee; prak mengvoer
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mash pureren

Verwante woorden van "prak":

  • prakken, prakje

Verwante vertalingen van prak