Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. praalzucht:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor praalzucht (Nederlands) in het Engels

praalzucht:

praalzucht [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de praalzucht (gepraal)
    the pompous ass; the ostentation; the swank

Vertaal Matrix voor praalzucht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ostentation gepraal; praalzucht
pompous ass gepraal; praalzucht
swank gepraal; praalzucht aanstellerij; branie; branieschopper; dikdoenerij; gebluf; gebral; gepoch; grootspraak; haantje; opschepperij; snoeverij; toneel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
swank brallen; grootspreken; opscheppen