Nederlands
Uitgebreide vertaling voor poffen (Nederlands) in het Engels
poffen:
-
poffen (kastanjes poffen)
-
poffen (op krediet kopen)
Conjugations for poffen:
o.t.t.
- pof
- poft
- poft
- poffen
- poffen
- poffen
o.v.t.
- pofte
- pofte
- pofte
- poften
- poften
- poften
v.t.t.
- heb gepoft
- hebt gepoft
- heeft gepoft
- hebben gepoft
- hebben gepoft
- hebben gepoft
v.v.t.
- had gepoft
- had gepoft
- had gepoft
- hadden gepoft
- hadden gepoft
- hadden gepoft
o.t.t.t.
- zal poffen
- zult poffen
- zal poffen
- zullen poffen
- zullen poffen
- zullen poffen
o.v.t.t.
- zou poffen
- zou poffen
- zou poffen
- zouden poffen
- zouden poffen
- zouden poffen
en verder
- is gepoft
- zijn gepoft
diversen
- pof!
- poft!
- gepoft
- poffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor poffen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
roast | gebraad | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
buy on credit | op krediet kopen; poffen | |
buy on tick | op krediet kopen; poffen | |
roast | kastanjes poffen; poffen | braden |
roast chestnuts | kastanjes poffen; poffen |
Verwante woorden van "poffen":
poffen vorm van pof:
-
de pof (bons)
Vertaal Matrix voor pof:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bump | bons; pof | bobbel; dreun; duw; duwtje; hobbel; hobbeling; klap; knal; kwak; kwetsuur; letsel; oneffenheid; ongelijkheid; por; smak; stoot; stootje; zet |
thud | bons; pof | dreun; klap; knal; kwak; smak |
thump | bons; pof | dreun; klap; knal; kwak; smak |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
thump | bonken; hameren; hengsten; rammen; slaan; stompen |