Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. pluspunt:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pluspunt (Nederlands) in het Engels

pluspunt:

pluspunt [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het pluspunt
    the plus point
  2. het pluspunt
    the plus; the asset
    – a useful or valuable quality 1
    • plus [the ~] zelfstandig naamwoord
    • asset [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pluspunt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
asset pluspunt activa; activum
plus pluspunt en; plusteken
plus point pluspunt
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plus daarbovenop; plus

Verwante woorden van "pluspunt":

  • pluspunten