Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- plaag:
-
plagen:
- tease; bully; antagonize; pester; harass; provoke; antagonise; nag
- torments
- Wiktionary:
-
Gebruikers suggesties voor plaag:
- plage
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor plaag (Nederlands) in het Engels
plaag:
Vertaal Matrix voor plaag:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
epidemic | epidemie; pest; plaag | epidemie |
pestilence | epidemie; pest; plaag | |
plague | epidemie; pest; plaag | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
epidemic | epidemisch |
Verwante woorden van "plaag":
Wiktionary: plaag
plaag
Cross Translation:
noun
plaag
-
een wijdverspreid ongemak of fysieke bedreiging veroorzaakt door een buitensporig optreden van organismen als insecten, bacteriën, knaagdieren enz
- plaag → plague
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• plaag | → scourge; plague | ↔ fléau — (Par extension) Être ou chose nuisible, redoutable ; calamité |
• plaag | → plague | ↔ plaie — (Figuré) Calamité (4) |
plagen:
Conjugations for plagen:
o.t.t.
- plaag
- plaagt
- plaagt
- plagen
- plagen
- plagen
o.v.t.
- plaagde
- plaagde
- plaagde
- plaagden
- plaagden
- plaagden
v.t.t.
- heb geplaagd
- hebt geplaagd
- heeft geplaagd
- hebben geplaagd
- hebben geplaagd
- hebben geplaagd
v.v.t.
- had geplaagd
- had geplaagd
- had geplaagd
- hadden geplaagd
- hadden geplaagd
- hadden geplaagd
o.t.t.t.
- zal plagen
- zult plagen
- zal plagen
- zullen plagen
- zullen plagen
- zullen plagen
o.v.t.t.
- zou plagen
- zou plagen
- zou plagen
- zouden plagen
- zouden plagen
- zouden plagen
en verder
- ben geplaagd
- bent geplaagd
- is geplaagd
- zijn geplaagd
- zijn geplaagd
- zijn geplaagd
diversen
- plaag!
- plaagt!
- geplaagd
- plagend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de plagen (kwellingen; rampen; verschrikkingen)
Vertaal Matrix voor plagen:
Verwante woorden van "plagen":
Verwante definities voor "plagen":
Wiktionary: plagen
plagen
Cross Translation:
verb
plagen
-
iemand lastigvallen
- plagen → tease
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• plagen | → annoy; irk; irritate; aggravate; exasperate; provoke; excite; incite; rouse; stir up; arouse; set on edge | ↔ agacer — affecter d’une irritation nerveuse. |
• plagen | → tease | ↔ taquiner — contrarier ou chicaner pour des vétilles, par malin plaisir. |