Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. phylum:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor phylum (Nederlands) in het Engels

phylum:

phylum [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. phylum (stam)
    the trunk; the shank; the stick
    • trunk [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shank [the ~] zelfstandig naamwoord
    • stick [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor phylum:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
shank phylum; stam schacht; schenkel
stick phylum; stam baton; hakhout; hockeystick; knoet; knuppel; loot; pook; schacht; slaghout; staaf; staf; stang; stok; takje; twijg; versnellingshandel
trunk phylum; stam achterbak; achterbakken; bagageruimte; koffer; kofferbak; kofferruimte; laadbakken; romp
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stick aan elkaar hangen; aan elkaar kleven; aaneenplakken; blijven hangen; blijven steken; graaien; grijpen; grissen; haperen; iets vastkleven; jatten; kleven; klitten; lijmen; omhoogzitten; op hetzelfde niveau blijven; pikken; plakken; samenplakken; snaaien; stagneren; stokken; vast blijven hangen; vastkleven; vastkoeken; vastlijmen; vastlopen; vastplakken; wegkapen