Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. periodiek:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor periodiek:
    • periodic


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor periodiek (Nederlands) in het Engels

periodiek:

periodiek bijvoeglijk naamwoord

  1. periodiek
    periodical; recurrent

periodiek [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de periodiek (tijdschrift; magazine; maandblad; )
    the magazine; the periodical; the journal; the message; the monthly magazine; the report; the weekly; the news; the piece of news; the monthly

Vertaal Matrix voor periodiek:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
journal bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad blaadje; blad; dagboek; journaal; logboek; nieuwsjournaal; tijdschrift
magazine bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad blaadje; blad; tijdschrift
message bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad bekendmaking; bericht; boodschap; document; e-mailbericht; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging
monthly bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad
monthly magazine bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad
news bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad bericht; journaal; nieuws; nieuwsbericht; televisiejournaal; tijding
periodical bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad blaadje; blad; tijdschrift
piece of news bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging
report bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad aantekening; bekendmaking; bericht; berichtgeving; boodschap; gewag; lijst; lijst van gegevens; mededeling; mededelingen; melding; noot; notitie; opgaaf; opgave; opschrijving; opstel; overzicht; proces verbaal; rapport; rapportage; referaat; relaas; reportage; scriptie; staat; staatje; tijding; uitspraak; verhaal; verklaring; vermelding; verslag; verwittiging; weergave
weekly bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
report berichten; beschrijven; iets melden; informeren; klikken; mededelen; meedelen; melden; rapporteren; uiteenzetten; verhaal vertellen; verhalen; verklappen; verslag uitbrengen; vertellen; zeggen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
periodical periodiek
recurrent periodiek herhaald
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
monthly maandelijks
weekly wekelijks

Verwante woorden van "periodiek":

  • periodieken, periodieke

Wiktionary: periodiek

periodiek
adjective
  1. periodisch, regelmatig terugkerend
noun
  1. tijdschrift
periodiek
adverb
  1. in a regular, periodic manner

Cross Translation:
FromToVia
periodiek periodical; periodic; recurrent périodique — Qui revient régulièrement dans le temps.
periodiek magazine; periodical; revue; journal; review revue — gazette, périodique