Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. passie:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor passie (Nederlands) in het Engels

passie:

passie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de passie (hartstocht; drift; vuur)
    the passion; the zeal; the verve; the ardor; the zest; the ardour
    • passion [the ~] zelfstandig naamwoord
    • zeal [the ~] zelfstandig naamwoord
    • verve [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ardor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
    • zest [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ardour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
  2. de passie (hartstocht; overgave; vurigheid; )
    the passion; the heartiness; the ardor; the craze; the ardour; the fieriness; the fire
    • passion [the ~] zelfstandig naamwoord
    • heartiness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ardor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
    • craze [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ardour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • fieriness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fire [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor passie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ardor drift; gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; overgave; passie; vurigheid; vuur drift; elan; genegenheid; genoegen; genot; gloed; innigheid; liefde; lust; pit; vlam; vuur; wellust
ardour drift; gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; overgave; passie; vurigheid; vuur drift; elan; genegenheid; genoegen; genot; gloed; innigheid; liefde; lust; pit; vlam; vuur; wellust
craze gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; overgave; passie; vurigheid; vuur drift; genoegen; genot; lust; manie; overdreven voorliefde; pathologische opgewondenheid; rage; wellust
fieriness gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; overgave; passie; vurigheid; vuur driftigheid; heftigheid
fire gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; overgave; passie; vurigheid; vuur brand; fik; haardvuur; kachel; kacheltje; kleine kachel; schieten; verwarming; vuren; vuur
heartiness gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; overgave; passie; vurigheid; vuur aardigheid; hartelijkheid; jovialiteit; vriendelijkheid
passion drift; gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; overgave; passie; vurigheid; vuur begeerte; bezetenheid; devotie; drift; genegenheid; genoegen; genot; gevoel; heftig verlangen; ijver; inzet; jool; leut; lust; obsessie; overgave; plezier; pret; seksuele begeerte; sentiment; toegewijdheid; toewijding; trouw; wellust; zorgzaamheid
verve drift; hartstocht; passie; vuur
zeal drift; hartstocht; passie; vuur activiteit; arbeid; bedrijvigheid; bezetenheid; bezigheid; elan; gloed; ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; obsessie; pit; vlam; vlijt; vlijtigheid; vuur; werklust; werkzaamheid
zest drift; hartstocht; passie; vuur elan; gloed; houtvuur; krachtdadigheid; pit; vlam; voortvarendheid; vuur
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fire aan de dijk zetten; aanmoedigen; aanvuren; afbranden; afdanken; afschieten; afvloeien; afvuren; bezielen; congé geven; eruit gooien; leegbranden; ontheffen; ontslaan; platbranden; schieten; schoten lossen; toejuichen; uitbranden; uitsturen; van zijn positie verdrijven; verzenden; vuren; wegsturen; wegzenden
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zeal toegewijd

Verwante woorden van "passie":


Wiktionary: passie

passie
noun
  1. 1
passie
noun
  1. fervor, determination
  2. object of passionate love or strong interest
  3. suffering of Jesus
  4. commemoration of the suffering of Jesus

Cross Translation:
FromToVia
passie passion; lust passion — désuet|fr Grandes douleurs, souffrance.

Verwante vertalingen van passie