Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. overdaad:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor overdaad (Nederlands) in het Engels

overdaad:

overdaad [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de overdaad (overvloed; exces; buitensporigheid)
    the exuberance; the overflow; the excess; the profusion
  2. de overdaad (teveel; surplus; overmaat)
    the surplus
    • surplus [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor overdaad:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
excess buitensporigheid; exces; overdaad; overvloed bandeloosheid; buitenissigheid; buitensporigheid; exces; grenzeloosheid; losbandigheid; mateloosheid; uitspatting; uitwas; zedeloosheid
exuberance buitensporigheid; exces; overdaad; overvloed enthousiasme; gedrevenheid; uitbundigheid; uitgelatenheid
overflow buitensporigheid; exces; overdaad; overvloed overlopende tekst
profusion buitensporigheid; exces; overdaad; overvloed overvloedigheid; rijkelijkheid
surplus overdaad; overmaat; surplus; teveel agio; batige saldo's; exces; overmaat; overschot; rest; rijkelijke maat; surplus; teveel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
overflow overspoelen; overstromen; stromende over de rand komen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
excess overtollig
surplus batig; boventallig; overcompleet; overtollig; positief

Wiktionary: overdaad


Cross Translation:
FromToVia
overdaad excess; difference; cornucopia; superabundance; surfeit; to excess excès — Ce qui est en trop.