Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. opstropen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opstropen (Nederlands) in het Engels

opstropen:

opstropen werkwoord (stroop op, stroopt op, stroopte op, stroopten op, opgestroopt)

  1. opstropen (oprollen)
    to roll up; to turn up
    • roll up werkwoord (rolls up, rolled up, rolling up)
    • turn up werkwoord (turns up, turned up, turning up)

Conjugations for opstropen:

o.t.t.
  1. stroop op
  2. stroopt op
  3. stroopt op
  4. stropen op
  5. stropen op
  6. stropen op
o.v.t.
  1. stroopte op
  2. stroopte op
  3. stroopte op
  4. stroopten op
  5. stroopten op
  6. stroopten op
v.t.t.
  1. heb opgestroopt
  2. hebt opgestroopt
  3. heeft opgestroopt
  4. hebben opgestroopt
  5. hebben opgestroopt
  6. hebben opgestroopt
v.v.t.
  1. had opgestroopt
  2. had opgestroopt
  3. had opgestroopt
  4. hadden opgestroopt
  5. hadden opgestroopt
  6. hadden opgestroopt
o.t.t.t.
  1. zal opstropen
  2. zult opstropen
  3. zal opstropen
  4. zullen opstropen
  5. zullen opstropen
  6. zullen opstropen
o.v.t.t.
  1. zou opstropen
  2. zou opstropen
  3. zou opstropen
  4. zouden opstropen
  5. zouden opstropen
  6. zouden opstropen
diversen
  1. stroop op!
  2. stroopt op!
  3. opgestroopt
  4. opstropend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor opstropen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
roll up oprollen; opstropen samenvouwen
turn up oprollen; opstropen boven water komen; hoger draaien; omhoogdraaien; omhoogschroeven; op zijn pootjes terechtkomen; opdraaien; opduiken; weer verschijnen

Wiktionary: opstropen


Cross Translation:
FromToVia
opstropen tuck up; roll up replierplier une chose qui déplier.