Nederlands
Uitgebreide vertaling voor opspraak (Nederlands) in het Engels
opspraak:
-
de opspraak
Vertaal Matrix voor opspraak:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
discredit | opspraak | diskrediet |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
discredit | aanrekenen; aanwrijven; berispen; beschuldigen; blameren; gispen; iemand iets aanrekenen; iemand iets verwijten; kwalijk nemen; laken; nadragen; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden |