Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. opspoelen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opspoelen (Nederlands) in het Engels

opspoelen:

opspoelen werkwoord (spoel op, spoelt op, spoelde op, spoelden op, opgespoeld)

  1. opspoelen
    to wind; to entwine
    • wind werkwoord (winds, winded, winding)
    • entwine werkwoord (entwines, entwined, entwining)

Conjugations for opspoelen:

o.t.t.
  1. spoel op
  2. spoelt op
  3. spoelt op
  4. spoelen op
  5. spoelen op
  6. spoelen op
o.v.t.
  1. spoelde op
  2. spoelde op
  3. spoelde op
  4. spoelden op
  5. spoelden op
  6. spoelden op
v.t.t.
  1. heb opgespoeld
  2. hebt opgespoeld
  3. heeft opgespoeld
  4. hebben opgespoeld
  5. hebben opgespoeld
  6. hebben opgespoeld
v.v.t.
  1. had opgespoeld
  2. had opgespoeld
  3. had opgespoeld
  4. hadden opgespoeld
  5. hadden opgespoeld
  6. hadden opgespoeld
o.t.t.t.
  1. zal opspoelen
  2. zult opspoelen
  3. zal opspoelen
  4. zullen opspoelen
  5. zullen opspoelen
  6. zullen opspoelen
o.v.t.t.
  1. zou opspoelen
  2. zou opspoelen
  3. zou opspoelen
  4. zouden opspoelen
  5. zouden opspoelen
  6. zouden opspoelen
en verder
  1. is opgespoeld
  2. zijn opgespoeld
diversen
  1. spoel op!
  2. spoelt op!
  3. opgespoeld
  4. opspoelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor opspoelen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wind blaasinstrument; wind
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
entwine opspoelen omvlechten
wind opspoelen haspelen; op een haspel winden; opklossen; opwikkelen; opwinden