Nederlands
Uitgebreide vertaling voor opgevoerd worden (Nederlands) in het Engels
opgevoerd worden:
opgevoerd worden werkwoord (word opgevoerd, wordt opgevoerd, werd opgevoerd, werden opgevoerd, opgevoerd geworden)
-
opgevoerd worden
Conjugations for opgevoerd worden:
o.t.t.
- word opgevoerd
- wordt opgevoerd
- wordt opgevoerd
- worden opgevoerd
- worden opgevoerd
- worden opgevoerd
o.v.t.
- werd opgevoerd
- werd opgevoerd
- werd opgevoerd
- werden opgevoerd
- werden opgevoerd
- werden opgevoerd
v.t.t.
- ben opgevoerd geworden
- bent opgevoerd geworden
- is opgevoerd geworden
- zijn opgevoerd geworden
- zijn opgevoerd geworden
- zijn opgevoerd geworden
v.v.t.
- was opgevoerd geworden
- was opgevoerd geworden
- was opgevoerd geworden
- waren opgevoerd geworden
- waren opgevoerd geworden
- waren opgevoerd geworden
o.t.t.t.
- zal opgevoerd worden
- zult opgevoerd worden
- zal opgevoerd worden
- zullen opgevoerd worden
- zullen opgevoerd worden
- zullen opgevoerd worden
o.v.t.t.
- zou opgevoerd worden
- zou opgevoerd worden
- zou opgevoerd worden
- zouden opgevoerd worden
- zouden opgevoerd worden
- zouden opgevoerd worden
diversen
- word opgevoerd!
- wordt opgevoerd!
- opgevoerd geworden
- opgevoerd wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor opgevoerd worden:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
perform | ageren; handelen | |
present | aardigheid; aardigheidje; cadeau; geschenk; kado; o.t.t.; onvoltooid tegenwoordige tijd; present; presentje | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
perform | opgevoerd worden | acteren; doen alsof; een prestatie leveren; optreden; performen; presteren; spelen; toneelspelen; volvoeren; zich aanstellen |
present | opgevoerd worden | aanbevelen; aanbieden; aanraden; bedelen; begiftigen; beschenken; exposeren; iemand recommanderen; indienen; laten zien; naar voren brengen; nomineren; opperen; poneren; presenteren; tentoonstellen; tonen; vertonen; voor ogen brengen; voordragen |
put on stage | opgevoerd worden | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
present | aanwezig; eigentijds; hedendaags; huidig; modern; momenteel; present!; tegenwoordig; tijdseigen; van nu; van vandaag |