Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. operator:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor operator (Nederlands) in het Engels

operator:

operator [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de operator
    the operator
    – A person who controls a machine or system, such as a computer or telephone switchboard. 1
    • operator [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de operator
    the operator
    – A sign or symbol that specifies the type of calculation to perform within an expression. There are mathematical, comparison, logical, and reference operators. 1
    • operator [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. de operator
    the operator
    – An element of a filter that specifies a relationship between data values, such as comparison or equality. 1
    • operator [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor operator:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
operator operator exploitant; operateur; telefonist; telefoniste; telefoonjuffrouw