Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Engels ->Vertaal onverenigbaar

Vertaal onverenigbaar van Nederlands naar Engels

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

onverenigbaar:
- contradictory; conflicting; opposite; incompatible; antipodal
Wiktionary:
- onverenigbaar → irreconcilable, incompatible, contradictory

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onverenigbaar (Nederlands) in het Engels

onverenigbaar:

onverenigbaar bijvoeglijk naamwoord

onverenigbaar (tegenstrijdig; tegengesteld; strijdig; hiertegen; tegen)
contradictory; conflicting; opposite; incompatible; antipodal
- contradictory bijvoeglijk naamwoord
- conflicting bijvoeglijk naamwoord
- opposite bijvoeglijk naamwoord
- incompatible bijvoeglijk naamwoord
- antipodal bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor onverenigbaar:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
opposite		antipool; antoniem; contrast; strijdende opvatting; tegendeel; tegenovergestelde; tegenpool; tegenstelling
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
antipodal	hiertegen; onverenigbaar; strijdig; tegen; tegengesteld; tegenstrijdig
conflicting	hiertegen; onverenigbaar; strijdig; tegen; tegengesteld; tegenstrijdig	in strijd met; inconsistent; onsamenhangend; tegenstrijdig met
contradictory	hiertegen; onverenigbaar; strijdig; tegen; tegengesteld; tegenstrijdig	in strijd met; inconsistent; onsamenhangend; tegenstrijdig met
incompatible	hiertegen; onverenigbaar; strijdig; tegen; tegengesteld; tegenstrijdig	contrasterend; inconsistent; onsamenhangend; strijdig
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
opposite	hiertegen; onverenigbaar; strijdig; tegen; tegengesteld; tegenstrijdig	aan de andere kant; aan de overkant; aan de overzijde; het onderste naar boven gekeerd; hiertegenover; omgekeerd; ondersteboven; tegenover; tegenoverliggend

Verwante woorden van "onverenigbaar":

onverenigbaarheid, onverenigbare

Wiktionary: onverenigbaar

onverenigbaar

adjective

unable to be reconciled; opposed; uncompromising
- irreconcilable → onverenigbaar; irreconciliabel; onverzoenlijk
irreconcilable
- incompatible → onverenigbaar
mutually exclusive
- contradictory → onverenigbaar