Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. onvatbaar:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onvatbaar (Nederlands) in het Engels

onvatbaar:

onvatbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. onvatbaar (onschendbaar; immuun)
    immune; insusceptible; inviolable; impervious

Vertaal Matrix voor onvatbaar:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
immune immuun; onschendbaar; onvatbaar bestand tegen; bestendig; opgewassen tegen
impervious immuun; onschendbaar; onvatbaar onontvankelijk
insusceptible immuun; onschendbaar; onvatbaar
inviolable immuun; onschendbaar; onvatbaar onaantastbaar

Verwante woorden van "onvatbaar":


Wiktionary: onvatbaar

onvatbaar
adjective
  1. unaffected or unable to be affected by