Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. onuitstaanbaar:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onuitstaanbaar (Nederlands) in het Engels

onuitstaanbaar:

onuitstaanbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. onuitstaanbaar (onverdraaglijk; ondraaglijk)
    unbearable; insufferable; overbearing

Vertaal Matrix voor onuitstaanbaar:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
insufferable ondraaglijk; onuitstaanbaar; onverdraaglijk
overbearing ondraaglijk; onuitstaanbaar; onverdraaglijk aanmatigend; ijdel; ingebeeld; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
unbearable ondraaglijk; onuitstaanbaar; onverdraaglijk ondragelijk; onverantwoordelijk; onverdedigbaar; onverdraagbaar

Verwante woorden van "onuitstaanbaar":

  • onuitstaanbaarheid, onuitstaanbare

Wiktionary: onuitstaanbaar

onuitstaanbaar
adjective
  1. offensive, very annoying
  2. so unpleasant or painful as to be unendurable