Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. onthouding:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onthouding (Nederlands) in het Engels

onthouding:

onthouding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de onthouding (abstinentie; geheelonthouding; 't afzien van)
    the abstinence; the continence; the teetotalism

Vertaal Matrix voor onthouding:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abstinence 't afzien van; abstinentie; geheelonthouding; onthouding onthouden; vasten
continence 't afzien van; abstinentie; geheelonthouding; onthouding
teetotalism 't afzien van; abstinentie; geheelonthouding; onthouding

Verwante woorden van "onthouding":

  • onthoudingen

Wiktionary: onthouding

onthouding
noun
  1. het bewust niet een gewoonte of behoefte volgen
onthouding
noun
  1. the practice of self-denial
  2. specifically, abstinence from sexual intercourse
  3. the act or practice of abstaining
  4. the act of abstaining

Cross Translation:
FromToVia
onthouding abstention abstention — Action de s'abstenir, non-exercice d’un droit, refus de prendre part, d’intervenir.
onthouding abstinence abstinenceaction de s’abstenir.
onthouding abstinence; abstemiousness sobriétécaractère de celui qui est sobre, modérer dans le boire et le manger.
onthouding abstinence; abstemiousness tempérance — didactique|fr Fait de tempérer.