Nederlands
Uitgebreide vertaling voor ontgroenen (Nederlands) in het Engels
ontgroenen:
-
ontgroenen
Conjugations for ontgroenen:
o.t.t.
- ontgroen
- ontgroent
- ontgroent
- ontgroenen
- ontgroenen
- ontgroenen
o.v.t.
- ontgroende
- ontgroende
- ontgroende
- ontgroenden
- ontgroenden
- ontgroenden
v.t.t.
- ben ontgroend
- bent ontgroend
- is ontgroend
- zijn ontgroend
- zijn ontgroend
- zijn ontgroend
v.v.t.
- was ontgroend
- was ontgroend
- was ontgroend
- waren ontgroend
- waren ontgroend
- waren ontgroend
o.t.t.t.
- zal ontgroenen
- zult ontgroenen
- zal ontgroenen
- zullen ontgroenen
- zullen ontgroenen
- zullen ontgroenen
o.v.t.t.
- zou ontgroenen
- zou ontgroenen
- zou ontgroenen
- zouden ontgroenen
- zouden ontgroenen
- zouden ontgroenen
diversen
- ontgroen!
- ontgroent!
- ontgroend
- ontgroenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor ontgroenen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
initiate | adept; ingewijde; insider | |
rag | doekje; flard; homp; lap; lapje; lor; prul; vod; vodje | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
initiate | ontgroenen | aankaarten; aansnijden; aanvoeren; engageren; entameren; erbij betrekken; inaugureren; inhuldigen; initiëren; inviteren; inwijden; naar voren brengen; op gang brengen; op tafel leggen; opperen; opwerpen; plechtig bevestigen; poneren; suggereren; te berde brengen; ter sprake brengen; uitnodigen |
Wiktionary: ontgroenen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ontgroenen | → desalinate | ↔ dessaler — Faire qu’une chose ne soit plus aussi saler qu’elle l’était, ou qu’elle ne le soit plus du tout. |