Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. onnodig:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onnodig (Nederlands) in het Engels

onnodig:

onnodig bijvoeglijk naamwoord

  1. onnodig (nodeloos; overbodig)
    unnecessary; redundant; superfluous; needless

Vertaal Matrix voor onnodig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
needless nodeloos; onnodig; overbodig
redundant nodeloos; onnodig; overbodig boventallig; overcompleet
superfluous nodeloos; onnodig; overbodig overtollig
unnecessary nodeloos; onnodig; overbodig

Verwante woorden van "onnodig":

  • onnodige

Wiktionary: onnodig

onnodig
adjective
  1. able to be done without; able to be expended; easily replaced
  2. not necessary
  3. not needed, not
adverb
  1. needlessly, not necessarily

Cross Translation:
FromToVia
onnodig idle; futile; otiose; useless; pointless müßigvon Gedanken, Ideen und Fragen: ohne praktische Bedeutung
onnodig unnecessary unnötignicht nötig