Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. onlust:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onlust (Nederlands) in het Engels

onlust:

onlust [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de onlust
    the disturbance; the riot; the commotion

Vertaal Matrix voor onlust:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
commotion onlust beroering; deining; drukte; geharrewar; geraas; heibel; heisa; heksenketel; krakeel; lawaai; leven; onrust; ophef; oproer; opschudding; opstand; opstootje; opzien; pandemonium; rel; rep; roerigheid; rumoer; sensatie; tumult; verwarring; volksoproer; vuistgevecht
disturbance onlust burengerucht; burenoverlast; oproer; opstand; opstootje; ordeverstoring; rel; rustverstoring; stoornis; verstoring; volksoproer; vuistgevecht
riot onlust oploop; oproer; opstand; opstootje; rebellie; rel; tegenstand; verzet; volksoproer; volksopstand; vuistgevecht; weerstand