Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
freak
|
|
fanaat; fanaticus; fanatiekeling; freak; ijveraar; maniak; scherpslijper; zeloot
|
little
|
|
beetje
|
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
curious
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
|
benieuwd; curieus; eigenaardig; nieuwsgierig; vreemd
|
different
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
|
afwijkend; anders; anderszins; verschillend
|
eccentric
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
|
apart; bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitenissig; buitensporig; excentriek; excessief; extravagant; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; typisch; uitermate; uiterst; vreemd; zeer
|
exceptional
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; hoogst; ten zeerste; uitermate; uiterst; uitzonderlijke; zeer
|
extraordinary
|
ongemeen; ongewoon; raar; schaars; uitzonderlijk; uniek; zelden; zeldzaam
|
buitengemeen; fantastisch; fenomenaal; geweldig; groots; hoogst; puik; uitzonderlijke; zeer
|
funny
|
ongemeen; ongewoon; raar; schaars; uitzonderlijk; uniek; zelden; zeldzaam
|
achterlijk; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; dwaas; eigenaardig; fideel; fleurig; geestig; gek; geschift; gestoord; grappig; humoristisch; humoristische; idioot; idioterig; jolig; kleurig; kluchtig; koddig; komiek; komisch; krankjorum; krankzinnig; kwiek; leuk; leuke; leukjes; levendig; lustig; maf; mal; mesjogge; monter; niet goed snik; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; stupide; typisch; uiig; uitgelaten; uitheems; vreemd; vreemdsoortig; vrolijk; wakker; welgemoed; zonderling; zonnig; zot
|
idiosyncratic
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
|
|
little
|
|
gering; luttel; miniem; minimaal; minste; weinig
|
noteworthy
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
|
aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; noemenswaardig; verheven; vermeldenswaard; vermeldenswaardig; voornaam
|
odd
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongemeen; ongewoon; raar; schaars; typisch; uitzonderlijk; uniek; vreemd; zelden; zeldzaam; zonderling
|
achterlijk; afwijkend; anders; anderszins; curieus; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; merkwaardig; mesjogge; niet goed snik; oneven; stupide; typisch; uitheems; verschillend; vreemd; vreemdsoortig; zonderling; zot
|
peculiar
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
|
curieus; eigenaardig; vreemd
|
phenomenal
|
ongemeen; ongewoon; raar; schaars; uitzonderlijk; uniek; zelden; zeldzaam
|
bemerkbaar; fantastisch; fenomenaal; geweldig; groots; herkenbaar; hoorbaar; merkbaar; puik; tastbaar; voelbaar; waarneembaar; zichtbaar
|
prodigious
|
ongemeen; ongewoon; raar; schaars; uitzonderlijk; uniek; zelden; zeldzaam
|
fantastisch; fenomenaal; geweldig; groots; puik
|
rare
|
ongemeen; ongewoon; raar; schaars; uitzonderlijk; uniek; zelden; zeldzaam
|
dun; ijl; uitzonderlijke; van geringe dichtheid
|
strange
|
ongemeen; ongewoon; raar; schaars; uitzonderlijk; uniek; zelden; zeldzaam
|
curieus; eigenaardig; merkwaardig; uitheems; vreemd; vreemdsoortig; zonderling
|
uncommon
|
ongemeen; ongewoon; raar; schaars; uitzonderlijk; uniek; zelden; zeldzaam
|
schaars; uitzonderlijke; zeldzaam
|
unique
|
ongemeen; ongewoon; raar; schaars; uitzonderlijk; uniek; zelden; zeldzaam
|
apart; bijzonder; eenmalig; enig; enig in zijn soort; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; uniek
|
unusual
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
|
ongebruikelijk; uitzonderlijk; zeldzaam
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
rarely
|
ongemeen; ongewoon; raar; schaars; uitzonderlijk; uniek; zelden; zeldzaam
|
|
seldom
|
ongemeen; ongewoon; raar; schaars; uitzonderlijk; uniek; zelden; zeldzaam
|
|
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
little
|
|
weinig
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bizarre
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
|
bizar; grotesk
|
freak
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
|
grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig
|
hardly ever
|
ongemeen; ongewoon; raar; schaars; uitzonderlijk; uniek; zelden; zeldzaam
|
|
little
|
ongemeen; ongewoon; raar; schaars; uitzonderlijk; uniek; zelden; zeldzaam
|
klein; ondermaats; van geringe afmeting
|
not used to
|
niet gewend; ongemeen; ongewoon
|
|