Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. onbrandbaar:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onbrandbaar (Nederlands) in het Engels

onbrandbaar:

onbrandbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. onbrandbaar
    incombustible; not burnable
  2. onbrandbaar (tegen vuur bestand; brandveilig; brandvast; vuurvast; brandvrij)
    fire-resistant; fireproof; incombustible

Vertaal Matrix voor onbrandbaar:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fire-resistant brandvast; brandveilig; brandvrij; onbrandbaar; tegen vuur bestand; vuurvast
fireproof brandvast; brandveilig; brandvrij; onbrandbaar; tegen vuur bestand; vuurvast brandbeveiligd; ovenvast; vuurwerend
incombustible brandvast; brandveilig; brandvrij; onbrandbaar; tegen vuur bestand; vuurvast
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
not burnable onbrandbaar

Verwante woorden van "onbrandbaar":

  • onbrandbaarheid, onbrandbare