Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor omvatten (Nederlands) in het Engels
omvatten:
-
omvatten
Conjugations for omvatten:
o.t.t.
- omvat
- omvat
- omvat
- omvatten
- omvatten
- omvatten
o.v.t.
- omvatte
- omvatte
- omvatte
- omvatten
- omvatten
- omvatten
v.t.t.
- heb omvat
- hebt omvat
- heeft omvat
- hebben omvat
- hebben omvat
- hebben omvat
v.v.t.
- had omvat
- had omvat
- had omvat
- hadden omvat
- hadden omvat
- hadden omvat
o.t.t.t.
- zal omvatten
- zult omvatten
- zal omvatten
- zullen omvatten
- zullen omvatten
- zullen omvatten
o.v.t.t.
- zou omvatten
- zou omvatten
- zou omvatten
- zouden omvatten
- zouden omvatten
- zouden omvatten
diversen
- omvat!
- omvat!
- omvat
- omvattend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor omvatten:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
comprise | omvatten | bestaan uit; inkapselen; van afsluitende laag voorzien |
encapsulate | omvatten | beperken; bijsluiten; bijvoegen; indammen; inkapselen; inperken; insluiten; limiteren; toevoegen |
enclose | omvatten | afgrenzen; begrenzen; beperken; bijsluiten; bijvoegen; indammen; inkapselen; inperken; insluiten; limiteren; toevoegen; van afsluitende laag voorzien; van grenzen voorzien |
include | omvatten | aansluiten; behelzen; bijvoegen; erbij optellen; erbij rekenen; erbij tellen; inhouden; inkapselen; meeberekenen; meerekenen; meetellen; toevoegen; van afsluitende laag voorzien |