Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor oma (Nederlands) in het Engels

oma:

oma [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de oma (grootmoeder; opoe; grootje)
    the grandmother; the granny; the grandma

Vertaal Matrix voor oma:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grandma grootje; grootmoeder; oma; opoe
grandmother grootje; grootmoeder; oma; opoe
granny grootje; grootmoeder; oma; opoe oudje

Verwante woorden van "oma":

  • omaatje, omaatjes

Synoniemen voor "oma":


Verwante definities voor "oma":

  1. moeder van je vader of moeder1
    • mijn oma verwent me altijd1

Wiktionary: oma

oma
noun
  1. de moeder van een ouder
oma
noun
  1. The mother of one's mother
  2. colloquial: grandmother
  3. mother of someone's parent
  4. grandmother (informal)
  5. one's father's mother

Cross Translation:
FromToVia
oma grandmother aïeule — Féminin singulier d’aïeul ; grand-mère.
oma granny mamie — affectueux|fr Nom affectueux donné par les petits-enfants à leur grand-mère.
oma granny; nan; gran; grandma mémé — affectueux|fr grand-mère.