Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. observator:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor observator (Nederlands) in het Engels

observator:

observator [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de observator (waarnemer)
    the observer; the onlooker

Vertaal Matrix voor observator:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
observer observator; waarnemer toehoorder; toekijker; toeschouwer; waarnemer
onlooker observator; waarnemer deel van publiek; toekijker; toeschouwer

Verwante woorden van "observator":

  • observatoren, observators

Wiktionary: observator

observator
noun
  1. sentry etc manning an observation post
  2. crew member on an aircraft who makes observations of enemy positions or aircraft
  3. he who makes observations, monitors or takes notice