Nederlands
Uitgebreide vertaling voor obligaat (Nederlands) in het Engels
obligaat:
-
obligaat (verplicht; obligatoir; vereist)
obliged; obligatory; committed; bound-
obliged bijvoeglijk naamwoord
-
obligatory bijvoeglijk naamwoord
-
committed bijvoeglijk naamwoord
-
bound bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor obligaat:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bound | grens | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bound | afgrenzen; begrenzen; van grenzen voorzien | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bound | obligaat; obligatoir; vereist; verplicht | gebonden; onvrij |
committed | obligaat; obligatoir; vereist; verplicht | gebonden; gedwongen; geforceerd; niet vrij; onvrij; onvrijwillig; toegewijd; verplicht |
obligatory | obligaat; obligatoir; vereist; verplicht | gedwongen; geforceerd; onvrijwillig; reglementair; verplicht |
obliged | obligaat; obligatoir; vereist; verplicht | gedwongen; geforceerd; onvrijwillig; verplicht |
Verwante woorden van "obligaat":
Computer vertaling door derden: