Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor nukkige (Nederlands) in het Engels

nukkig:

nukkig bijvoeglijk naamwoord

  1. nukkig (wispelturig; onvoorspelbaar; grillig; onberekenbaar)
    unpredictable; capricious; fickle; whimsical; changeable; wayward; incalculable; unsteady; unstable; baroque; freakish; freak
  2. nukkig (sikkeneurig; chagrijnig; humeurig; )
    grumpy; capricious; peevish; grumbling

Vertaal Matrix voor nukkig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baroque barok
freak fanaat; fanaticus; fanatiekeling; freak; ijveraar; maniak; scherpslijper; zeloot
grumbling gebrom; gegrom; gemopper; gepruttel; gesputter
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baroque grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig barok
capricious chagrijnig; gemelijk; grillig; humeurig; knorrig; nukkig; nurks; onberekenbaar; onvoorspelbaar; sikkeneurig; slecht gehumeurd; wispelturig willekeurig
changeable grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig onbestendig; variabel; variërend; veranderlijk; wisselend; wisselvallig
fickle grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig onbestendig; veranderlijk; wisselvallig
freakish grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig
grumbling chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nukkig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd brommerig; brommmerig; mopperig
grumpy chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nukkig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd aangebrand; bokkig; brommerig; brommmerig; chagrijnig; dwars; gemelijk; gevoelig; humeurig; knorrig; koppig; korzelig; lichtgeraakt; mopperig; nors; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd; stijfhoofdig; stuurs; weerbarstig; weerspannig; wrevelig
incalculable grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig
unpredictable grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig
unstable grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig gedesequilibreerd; inconsistent; insolide; los; onevenwichtig; onstabiel; onvast; onzeker; rank; variabel; variërend; veranderlijk; wankel; wankel evenwicht; wankelbaar; wankelend; wiebelend; wiebelig; wisselend; wisselvallig
unsteady grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig inconsistent; insolide; onstabiel; veranderlijk; wiebelend; wiebelig
wayward grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig obstinaat
whimsical grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig willekeurig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
freak grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
peevish chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nukkig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd chagrijnig; gemelijk; knorrig; kregelig; kribbig; narrig; nurks; stuurs; wrevelig

Verwante woorden van "nukkig":

  • nukkigheid, nukkige

Wiktionary: nukkig

nukkig
adjective
  1. gloomy