Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Engels ->Vertaal nuchterheid

Vertaal nuchterheid van Nederlands naar Engels

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

nuchterheid:
- conciseness; objectivity; matter of factness
nuchter:
- sober; businesslike; cool
Wiktionary:
- nuchter → sober, objective

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor nuchterheid (Nederlands) in het Engels

nuchterheid:

nuchterheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de nuchterheid
the conciseness; the objectivity; the matter of factness
- conciseness [the ~] zelfstandig naamwoord
- objectivity [the ~] zelfstandig naamwoord
- matter of factness [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor nuchterheid:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
conciseness	nuchterheid	beknoptheid; bondigheid; kortheid
matter of factness	nuchterheid	zakelijkheid
objectivity	nuchterheid	objectiviteit

Verwante woorden van "nuchterheid":

nuchter

nuchterheid vorm van nuchter:

nuchter bijvoeglijk naamwoord

nuchter (niet beschonken)
sober
- sober bijvoeglijk naamwoord
nuchter (zakelijk; koel)
businesslike; cool
- businesslike bijvoeglijk naamwoord
- cool bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor nuchter:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cool		afkoeling; afstandelijkheid; beheersing; controle; frisheid; gereserveerdheid; kilte; koelheid; koelte; kou; koude; verkoeling; zelfbeheersing
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cool		afkoelen; bekoelen; koel worden; koelen; verkillen; verkoelen
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
businesslike	koel; nuchter; zakelijk
cool	koel; nuchter; zakelijk	afstandelijk; bedaard; flegmatisch; fris; frisjes; gaaf; gelijkmoedig; kalm; koel; koud; luchtig; mieters; onderkoeld; rustig; schitterend; stressbestendig; tof
sober	niet beschonken; nuchter	dunnetjes; eenvoudig; ingetogen; magertjes; matig; schraal; schraaltjes; sober; sobertjes; stemmig

Verwante woorden van "nuchter":

nuchterheid, nuchtere

Antoniemen van "nuchter":

beschonken; dronken; zat

Verwante definities voor "nuchter":

praktisch en zakelijk¹
- hij maakte een nuchtere opmerking¹
zonder alcohol gedronken te hebben¹
- als je wilt autorijden moet je nuchter blijven¹
zonder iets gegeten of gedronken te hebben¹
- deze medicijnen neem je in op je nuchtere maag¹

Wiktionary: nuchter

nuchter

adjective

niet onder de invloed van iets bedwelmends, vooral alcohol
- nuchter → sober

nuchter

adjective

not influenced by emotions
- objective → nuchter; nuchtere; objectieve; objectief
not drunk
- sober → nuchter
not given to excessive drinking of alcohol
- sober → nuchter

¹Muiswerk Woordenboek