Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. noodwendigheid:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor noodwendigheid (Nederlands) in het Engels

noodwendigheid:

noodwendigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de noodwendigheid (behoeftigheid; nood)
    the necessity; the need; the destitution; the disaster; the adversity

Vertaal Matrix voor noodwendigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adversity behoeftigheid; nood; noodwendigheid ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslag; terugslagen
destitution behoeftigheid; nood; noodwendigheid armoede; behoeftigheid; ellende; gebrek; hulpbehoevendheid; malheur; moeilijkheden; noodlijdendheid; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslag
disaster behoeftigheid; nood; noodwendigheid ellende; gevaar; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onheilsdreiging; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslag
necessity behoeftigheid; nood; noodwendigheid elementaire zaak; levensbehoefte; levensbenodigdheid; noodzaak
need behoeftigheid; nood; noodwendigheid armoede; behoeftigheid; ellende; gebrek; hulpbehoevendheid; nood
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
need behoeven; believen; benodigen; hoeven; moeten; nodig hebben; willen

Verwante woorden van "noodwendigheid":

  • noodwendigheden