Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. nijpend:
  2. nijpen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor nijpend (Nederlands) in het Engels

nijpend:

nijpend bijvoeglijk naamwoord

  1. nijpend (smartelijk)
    dire; grinding; piercing
  2. nijpend (beklemmend; smartelijk; knellend)
    burdensome; irksome; galling; heavy

Vertaal Matrix voor nijpend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grinding geknars; geknerp; slijpen; wegslijpen
piercing snijding
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
burdensome beklemmend; knellend; nijpend; smartelijk lastig; met een groot gewicht; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; zwaar
dire nijpend; smartelijk
irksome beklemmend; knellend; nijpend; smartelijk
piercing nijpend; smartelijk doordringend; indringend; penetrant; schel klinkend; scherp
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
galling beklemmend; knellend; nijpend; smartelijk
grinding nijpend; smartelijk tandenknarsend
heavy beklemmend; knellend; nijpend; smartelijk heftig; hevig; intens; intensief; lastig; loden; log; lomp; loodzwaar; machtig; met een groot gewicht; moeilijk; moeilijk verteerbaar; niet makkelijk; ongemakkelijk; onsierlijk van gedaante; plomp; slecht verteerbaar; zwaar

Wiktionary: nijpend

nijpend
adjective
  1. ernstig
  2. dringend

nijpen:

nijpen werkwoord (nijp, nijpt, neep, nepen, genepen)

  1. nijpen
    to go short
    • go short werkwoord (goes short, went short, going short)

Conjugations for nijpen:

o.t.t.
  1. nijp
  2. nijpt
  3. nijpt
  4. nijpen
  5. nijpen
  6. nijpen
o.v.t.
  1. neep
  2. neep
  3. neep
  4. nepen
  5. nepen
  6. nepen
v.t.t.
  1. heb genepen
  2. hebt genepen
  3. heeft genepen
  4. hebben genepen
  5. hebben genepen
  6. hebben genepen
v.v.t.
  1. had genepen
  2. had genepen
  3. had genepen
  4. hadden genepen
  5. hadden genepen
  6. hadden genepen
o.t.t.t.
  1. zal nijpen
  2. zult nijpen
  3. zal nijpen
  4. zullen nijpen
  5. zullen nijpen
  6. zullen nijpen
o.v.t.t.
  1. zou nijpen
  2. zou nijpen
  3. zou nijpen
  4. zouden nijpen
  5. zouden nijpen
  6. zouden nijpen
en verder
  1. ben genepen
  2. bent genepen
  3. is genepen
  4. zijn genepen
  5. zijn genepen
  6. zijn genepen
diversen
  1. nijp!
  2. nijpt!
  3. genepen
  4. nijpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor nijpen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
go short nijpen beknibbelen; gebrek hebben; knibbelen; knijpen; schrapen

Wiktionary: nijpen


Cross Translation:
FromToVia
nijpen strum; pinch; nip pincerserrer fortement avec une pince, avec des tenailles ou autres instruments semblables.