Nederlands
Uitgebreide vertaling voor neuzen (Nederlands) in het Engels
neuzen:
-
neuzen (speuren)
nose around; to investigate; ferret around; to nose about; to browse; to hunt; ferret about; to search-
nose around werkwoord
-
ferret around werkwoord
-
ferret about werkwoord
-
Conjugations for neuzen:
o.t.t.
- neus
- neust
- neust
- neuzen
- neuzen
- nneuzen
o.v.t.
- neusde
- neusde
- neusde
- neusden
- neusden
- neusden
v.t.t.
- heb geneusd
- hebt geneusd
- heeft geneusd
- hebben geneusd
- hebben geneusd
- hebben geneusd
v.v.t.
- had geneusd
- had geneusd
- had geneusd
- hadden geneusd
- hadden geneusd
- hadden geneusd
o.t.t.t.
- zal neuzen
- zult neuzen
- zal neuzen
- zullen neuzen
- zullen neuzen
- zullen neuzen
o.v.t.t.
- zou neuzen
- zou neuzen
- zou neuzen
- zouden neuzen
- zouden neuzen
- zouden neuzen
diversen
- neus!
- neust!
- geneusd
- neuzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor neuzen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hunt | jaagpartij; jacht; jachtexpeditie; jachtpartij; jagen; wildjacht | |
search | doorzoeking; fouilleren; huiszoeking; speurtocht; zoektocht | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
browse | neuzen; speuren | afgrazen; bladeren; browsen; grasduinen; graseten; grazen; snuffelen; weiden; zoeken |
ferret about | neuzen; speuren | |
ferret around | neuzen; speuren | |
hunt | neuzen; speuren | azen; prooizoeken |
investigate | neuzen; speuren | checken; doorvorsen; nagaan; naspeuren; naspeuring doen; nasporen; natrekken; onderzoeken; rechercheren; snuffelen; speuren; verifiëren |
nose about | neuzen; speuren | om zich heen kijken; rondkijken; rondneuzen; rondscharrelen; rondsnuffelen; struinen |
nose around | neuzen; speuren | |
search | neuzen; speuren | doorzoeken; fouilleren; grondig doorzoeken; uitkammen; visiteren; zoeken |
Verwante woorden van "neuzen":
neuzen vorm van neus:
-
de neus (neus anatomie)
Vertaal Matrix voor neus:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
nose | neus; neus anatomie | appelkroontje; kroontje; tuit |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
nose | snuffelen |
Verwante woorden van "neus":
Verwante definities voor "neus":
Wiktionary: neus
neus
Cross Translation:
noun
neus
noun
-
tip of an object
-
protuberance on the face
-
offensive: Jew
- kike → kankerjood; smous; neus
-
part of a shoe or sock covering the toe
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• neus | → nose | ↔ Nase — 'etwas, das wie [1] aussieht |
• neus | → nose | ↔ Nase — ein Geruchs- und Atmungsorgan in der Mitte des Gesichts |
• neus | → peak; point; summit; tip; apex; highlight; zenith; acme; end; ending; conclusion; finish; termination | ↔ bout — partie extrême d’une chose. |
• neus | → peak; point; summit; tip; apex; highlight; zenith; acme; climax; culmination | ↔ cime — La partie la plus haute d’une montagne, d’un rocher, d’un arbre, etc. |
• neus | → nose | ↔ nez — Appendice au milieu de la figure d’un humain |
• neus | → nose | ↔ nez — Avant d’un avion |
• neus | → peak; point; summit; tip; apex; highlight; zenith; acme | ↔ pointe — extrémité piquante et aiguë de quelque chose que ce être. |
Computer vertaling door derden: