Net in het Engels vertaald uit het Nederlands

Remove Ads

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

net:
- network; web; T.V. channel; channel
- just; only; one minute ago; even; recently; just now; exactly; accurate; precise; careful; clean
Wiktionary:
- net → net, grid
- net → neat, decorous, proper, tidy
- net → just, only
- net → beautiful, pretty, handsome, fine, lovely, fair, honest, faithful, loyal, upright, staunch, true, trusty, straightforward, above-board, forthright, honourable, net, network

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor net (Nederlands) in het Engels

net:

net [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de net (netwerk)
the network; the web
- network [the ~] zelfstandig naamwoord
- web [the ~] zelfstandig naamwoord
de net (televisiekanaal)
the network; the T.V. channel; the channel
- network [the ~] zelfstandig naamwoord
- T.V. channel [the ~] zelfstandig naamwoord
- channel [the ~] zelfstandig naamwoord

net bijvoeglijk naamwoord

net (daarnet; pas; juist; zojuist; zonet)
just; one minute ago; even
- just bijvoeglijk naamwoord
- one minute ago bijvoeglijk naamwoord
- even bijvoeglijk naamwoord
only
– as recently as ¹
- only bijvoeglijk naamwoord
  - I spoke to him only an hour ago¹
net (nog maar pas)
recently; just; just now
- recently bijwoord
- just bijvoeglijk naamwoord
- just now bijwoord
net (krek; precies; juist)
exactly; just
- exactly bijwoord
- just bijvoeglijk naamwoord
net (accuraat; zorgvuldig; precies; secuur; stipt)
accurate; precise; careful
- accurate bijvoeglijk naamwoord
- precise bijvoeglijk naamwoord
- careful bijvoeglijk naamwoord
net (rein; schoon; kuis)
clean
- clean bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor net:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
T.V. channel	net; televisiekanaal
channel	net; televisiekanaal	communicatiekanaal; geul; gracht; kanaal; vaargeul; vaart
network	net; netwerk; televisiekanaal	netwerk
web	net; netwerk	W3; WWW; Web; World Wide Web; rag; spinnenweb; spinrag; spinsel; spint; web; weefsel; weefsel anatomie
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
clean		bergen; opruimen; reinigen; schonen; schoonmaken; schoonpoetsen; uitwassen; wassen; zemen; zuiveren
even		effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
accurate	accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig	accuraat; correct; gedetailleerd; goed; juist; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur; trefzeker; voorzichtig; zorgvuldig
careful	accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig	accuraat; consciëntieus; gedetailleerd; gewetensvol; grondig; met een scherp oog; met zorg; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; scrupuleus; secuur; vol zorg; voorzichtig; zorgvuldig; zorgzaam
precise	accuraat; net; precies; secuur; stipt; zorgvuldig	accuraat; correct; exact; gedetailleerd; goed; haarfijn; juist; kloppend; met grote juistheid; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; onvermurwbaar; precies; ragfijn; secuur; stipt; streng; strikt; stringent; uitgerekend; voorzichtig; waar; zorgvuldig
-	exact; laatst; nauw; precies
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
exactly	juist; krek; net; precies	exact; juist; precies; welbeschouwd; welgeteld
just now	net; nog maar pas	juist; zojuist; zonet; zoëven
recently	net; nog maar pas	kortelings; kortgeleden; laatst; laatstelijk; onlangs; pas; recent; recentelijk
-	nauwelijks; onlangs; zojuist
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	pas
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
clean	kuis; net; rein; schoon	deugdzaam; eerzaam; gewoonweg; gladweg; hygienisch; kuis; netjes; opgeruimd; ordelijk; proper; rein; ronduit; schoon; zedig; zindelijk; zuiver
even	daarnet; juist; net; pas; zojuist; zonet	effen; egaal; even; gelijk; geslepen; glad; plat; quitte; strak; van getal; vlak; vlakuit; zelfs
just	daarnet; juist; krek; net; nog maar pas; pas; precies; zojuist; zonet	alleen maar; braaf; eenvoudigweg; eerlijk; enkel; kortweg; net aan; nog maar; rakelings; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; slechts; ternauwernood
one minute ago	daarnet; juist; net; pas; zojuist; zonet
only	daarnet; juist; net; pas; zojuist; zonet	alleen maar; doch; echter; enkel; maar; niettemin; nochtans; slechts

Verwante woorden van "net":

netheid, netten, neten, netst, netste, netjes

Synoniemen voor "net":

amper; laatst; nauwelijks; onlangs; pas; zojuist; zoëven
exact; nauw; nauwkeurig; precies; stipt

Antoniemen van "net":

al; reeds; slordig

Verwante definities voor "net":

nog maar korte tijd (geleden)²
- hij is net in dienst bij die baas²
zonder afwijkingen naar boven of beneden²
- ik eet net zoveel als jij²
aantal wegen of kanalen die elkaar kruisen²
- er loopt een net van wegen door de polder²
schoon en verzorgd²
- Joop is een nette jongen²
televisiezender²
- op het eerste net is een mooie film²
van garen geknoopt voorwerp met gaten²
- hij gebruikt een net om te vissen²

Wiktionary: net

net

noun

een geheel van fijne draden
- net → net

adjective

proper, rein
- net → neat

adverb

kort geleden
- net → just

net

adverb

as recently as
- only → net; pas
nearly
- just → juist; nog net; op een haar na; net
recently
- just → onlangs; pas; zojuist; net
only, simply, merely
- just → gewoon; slechts; enkel; net

noun

interconnecting system
- net → net; netwerk
anything that has the appearance of a net
- net → net
device for trapping something
- net → net
device for catching fish, butterflies etc.
- net → net
mesh of string, cord or rope
- net → net
electricity delivery system
- grid → net; elektriciteitsnet

adjective

tidy, free from dirt
- neat → puur; net
behaving properly
- decorous → net; welvoeglijk; goed; keurig
following the established standards of behavior or manners
- proper → keurig; goed; net; deugdelijk
arranged neatly
- tidy → net; proper; rein

Cross Translation:

From	To	Via
• net	→ beautiful; pretty; handsome; fine; lovely; fair	↔ beau — D’aspect agréable à l’œil ou à l’oreille.
• net	→ honest; faithful; loyal; upright; staunch; true; trusty; straightforward; above-board; forthright; honourable	↔ honnête — Qui est conforme à la vertu, à la probité, à l’honneur.
• net	→ net; network	↔ réseau — ensemble d’objets ou de personnes connectés ou maintenus en liaison.

Verwante vertalingen van net

Remove Ads

Vertaal net van Nederlands naar Engels

Uitgebreide vertaling voor net (Nederlands) in het Engels

net:

net [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de net (netwerk)

de net (televisiekanaal)

net bijvoeglijk naamwoord

net (daarnet; pas; juist; zojuist; zonet)

net (nog maar pas)

net (krek; precies; juist)

net (accuraat; zorgvuldig; precies; secuur; stipt)

net (rein; schoon; kuis)

Vertaal Matrix voor net:

Verwante woorden van "net":

Synoniemen voor "net":

Antoniemen van "net":

Verwante definities voor "net":

Wiktionary: net

Verwante vertalingen van net