Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
back
|
|
achterkant; achterspeler; achterzijde; back; leuning; rug; rugleuning; rugzijde
|
return
|
|
baat; contraprestatie; gewin; oogst; opbrengst; product; profijt; rendement; rentabiliteit; retour; return; tegendienst; tegenprestatie; teruggave; terugkeer; terugkomst; terugreis; terugwedstrijd; thuiskomst; uitkomst; voortbrengsel; wederdienst; weergave; winst
|
reverse
|
|
achterkant; achterzijde; ellende; keerzijde; malheur; moeilijkheden; omgekeerde; ommezijde; onaangename zijde; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; rugzijde; tegendeel; tegenovergestelde; tegenslag; tegenspoed; terugslag; terugslagen
|
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
back
|
|
assisteren; bijspringen; bijstaan; financieren; helpen; ondersteunen; opkomen voor; seconderen; weldoen
|
return
|
|
dateren; keren; omkeren; retourneren; terugbezorgen; terugbrengen; teruggaan; teruggeven; teruggooien; teruggrijpen; terugkeren; terugkomen; terugsturen; terugwerpen; terugzenden; wederkeren; weerkeren
|
reverse
|
|
converteren; herroepen; iets omdraaien; intrekken; omkeren; omzetten; terugkomen op; terugnemen; verwisselen; zijn woorden terugnemen
|
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
reverse
|
achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; rugwaarts; terug
|
achteren
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
backwards
|
achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; rugwaarts; terug
|
achteren; achterover; achteruit; achterwaarts; retour; ruggelings; terug
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
back
|
achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; rugwaarts; terug
|
andermaal; eertijds; nogmaals; opnieuw; voorheen; voormaals; vroeger; weder; wederom; weer; weerom
|
return
|
achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; rugwaarts; terug
|
|